Bizons


De paardentrams staan stil. De havendienst houdt de bruggen dicht, de politie de straten vrij. De reinigingsdienst sproeit het stoffige wegdek nat, kort voor de start, fanfare Klein Maar Dapper gaat rond. En langs het parcours staan de mensen drie, vier rijen dik of ze zitten op de afgemeerde schuiten in de stadsbuitengracht. Want mannen met blote benen langs de openbare weg, 38 liefst, dát wilden men wel zien.


Zo was het op 30 mei 1925 tijdens de eerste Utrechtsche Singelloop, honderd jaar geleden dus.

Het idee kwam van Nico Munzert, secretaris van de Utrechtsche Provinciale Athletiek Bond, die de atletiek wilde propageren. Stratenlopen bestonden al in het land, nergens werden ze georganiseerd zoals in Utrecht. Munzert maakte de Singelloop gróót met zijn ‘Amerikaanse’ aanpak; atleten werden ontvangen met thee en gebak en kregen na afloop blikjes Ovomaltine, en botersprits van Bergman toegestopt. En een doosje sigaretten van Caravopoulo. Met ‘Den loop van Munzert’ schudde Utrecht het wat muffige sportimago van zich af.

De deelnemers van dit jaar, op 5 oktober, stappen in de roemrijke historie van de oudste, nog bestaande stratenloop. Jan Zeegers, een grootheid in de jaren ’20 en ’30 van de vorige eeuw, won hier vier keer, Wim Slijkhuis eenmaal. Eliud Kipchoge, de latere GOAT op de marathon, werd hier in 2009 tweede achter Leonard Komon, die alhier een jaar later zelfs het wereldrecord (10 kilometer) verbeterde. Emiel Puttemans, Bert van Vlaanderen, Gerard Nijboer staan op de lijst der winnaars. Net als Carla Beurskens en Lornah Kiplagat.

Mooier dan zo’n (onvolledige) erelijst, is de gedachte langs welke tijden dat lint van lopers in die eeuw is getrokken. Die van grote werkloosheid, armoe en opkomend fascisme, van wederopbouw (tijdens de oorlogsjaren werd er geen Singelloop gehouden). Dat lint liep langs provo’s en hippies, krakers, yuppies en Gen Z. Het lint ontsnapte aan de afschuwelijke plannen van verkeerdeskundige Feuchtinger (1958) om het singelwater te dempen voor een vierbaansweg. Die kwam er wel ter hoogte van Hoog Catharijne, maar daar keerde het water weer terug.

De Singelloop heeft het allemaal zien gebeuren en zijn eigen plek gekregen in de stad, waar elke generatie haar eigen herinnering heeft. Van de paardentram en de ophef over blote mannenbenen naar de naoorlogse jaren, toen vooral de oude wijken rond de singels uitliepen voor die lopers. Zoals de jonge Herman van Veen het ooit hoorde, met de lopers in aantocht: ‘Dat geluid van die gympies op het asfalt, indrukwekkend. Zoals bizons in die cowboyfilms met Roy Rodgers.’

Nico Munzert verdween overigens in 1935 als organisator om zich in te zetten voor de ontwikkeling van de wandelsport.

Vorige
Vorige

‘Nu eerst maar eens het seizoen goed afronden’

Volgende
Volgende

Argonauten zien toekomst rooskleurig tegemoet