‘Ik wil iedereen laten doen waar ze goed in zijn’
Ineke Yperlaan (links, op de badrand): ‘Ik heb voor vier jaar bijgetekend, tot en met Los Angeles, met als tussenstops een WK, een EK en nog een WK’.
Fotocredits: Geert Lommers/Utrechtse Sportkrant
De dolle, dwaze maanden voor de waterpolovrouwen zitten erop. Vorig jaar nog wereldkampioen worden en dit jaar Europees kampioen. Tijdens het WK dat vlak daarna volgde in 2024 lukte het niet om de titel nogmaals te veroveren. Het sportieve hoogtepunt waren toch de Olympische Spelen in Parijs. De zinderende slotseconden houden vooral de waterpololiefhebbers nog lang op het netvlies. Teammanager Ineke Yperlaan, die in Zeist woont, blikt met de Utrechtse Sportkrant terug op bewogen maanden en bevlogen jaren en legt uit wat haar baan precies inhoudt.
‘Hoe word je teammanager van het nationale waterpoloteam?’ Yperlaan moet even nadenken. ‘Voor deze functie is niet echt een opleiding. Ik ben er dan ook min of meer in gerold. Ik heb Engelse Taal- en Letterkunde gestudeerd aan de Universiteit Utrecht. Het feit dat ik een bouwbedrijf ‘manage-te’ zal hebben geholpen. En ik speelde waterpolo bij Brandenburg in Bilthoven waar Johan Aantjes onze trainer-coach was. Onder zijn leiding werd ik teammanager en zijn we in 2006 landskampioen geworden. Johan werd daarna opnieuw bondscoach van de mannenselectie en hij heeft mij gevraagd om teammanager te worden. We hadden in eerste instantie een hele kleine staf, met Johan als coach, Arie Brouwer als fysiotherapeut en ik dus. Financieel was er niet veel mogelijk. Een van de hoogtepunten was het EK in 2012. Omdat dit in Eindhoven werd gespeeld, kon Nederland deelnemen en hebben we voorafgaand een aantal toernooien en World League gespeeld. Bij de organisatorische voorbereiding was ik betrokken, bij de wedstrijden zat ik op de bank.’
Ontwikkeling
‘Zowel destijds bij Johan Aantjes als nu bij de vrouwenselectie is mijn doel dat iedereen optimaal kan doen waar ze goed in zijn. Dus regel ik, samen met een collega op het bondsbureau, vluchten, hotels, maaltijden, kleding, toernooien en trainingsstages. Als teammanager ben je tijdens toernooien, ook in het buitenland, het aanspreekpunt van de delegatie. Maar ik ben ook een klankbord voor spelers en speelsters. Daar is mijn missie en passie op gebaseerd: Ik streef ernaar dat iedereen het beste uit zichzelf kan halen, zowel spelers als staf. Dat geldt niet alleen voor de korte termijn, maar ook voor de lange termijn. Enerzijds help ik met ontwikkelen, anderzijds ben ik aan het ontzorgen.’
Yperlaan is bijna vijf jaar bij de mannen actief geweest. ‘Op 1 januari 2013 ben ik overgestapt naar de vrouwenselectie. Er werd al langer aan me getrokken. Toen ik privé meer ruimte had, kreeg ik bij de vrouwen de mogelijkheid in dienst te treden bij de KNZB. Er was meer geld beschikbaar vanwege de status van de waterpolovrouwen bij het NOS*NSF. Ik begon onder bondscoach Mauro Maugeri, die na driekwart jaar vertrok. Arno Havenga werd toen bondscoach, met Bas de Jong als assistent. Een jaar later wonnen we zilver op het EK in Boedapest. Mijn taak bij de vrouwen is veel intensiever dan bij de mannen. We spelen meer toernooien en veel spannende wedstrijden. We zitten al jaren bij de top van de wereld, kunnen van iedereen in de top winnen, maar ook verliezen. In 2015 werden we tweede op het WK in Kazan. Een half jaar later werden we weer tweede op het EK in Belgrado, de meest teleurstellende tweede plaats die ik heb meegemaakt. We moesten namelijk goud winnen om een ticket voor de Olympische Spelen in Rio de Janeiro te bemachtigen en dat lukte niet. Wel zijn we voor een preolympisch toernooi in Rio geweest. Daar merkte ik dat de Brazilianen anders werken dan bijvoorbeeld Amerikanen, maar ik kreeg daar veel extra’s voor elkaar, zodat we naast de wedstrijden, de diversiteit en schoonheid van de stad Rio hebben beleefd. Het was superdruk en Brazilianen zijn heel bewerkelijk, maar ik heb er wel van genoten. Terwijl de gestructureerde Amerikanen en ook de Australiërs het hadden over het ‘most horrible tournament ever’ was het voor ons een fantastische ervaring. Dat we er een jaar later, in 2016, niet bij waren op de Spelen, was vreselijk.’
Taken
Yperlaan schetst nog enkele situaties waarin zij optreedt als teammanager. In 2017 speelde het waterpoloteam in de kwartfinale van het WK in Boedapest tegen Rusland. In die wedstrijd vroegen de Russen een time-out aan, terwijl ze niet in balbezit waren. Dat is toen niet bestraft. ‘We hebben een protest ingediend, ondersteund met videobeelden, maar de FINA (nu World Aquatics) mocht videobeelden niet als bewijs accepteren. We kregen wel gelijk, maar er werd niets meer aan gedaan. Ook een protest indienen behoort tot de taken van de teammanager.’
‘In Barcelona werden we in 2018 Europees kampioen. Eva (Evangelos Doudesis, de huidige bondscoach, rvs) was toen inmiddels assistent-bondscoach. De finale tegen Griekenland was een groot feest in een vol stadion. De mannenploeg was daar ook aanwezig en onder leiding van Thomas Lucas werden we vanaf de tribune fanatiek aangemoedigd. Prachtig was dat!’
In het Zuid-Koreaanse Gwangju werd het nationale team zevende op het WK en was er deelname aan een olympisch kwalificatietoernooi nodig om de Spelen van Tokio te halen. ‘Dat OKT in Triëst werd vanwege corona uitgesteld. Voor ons, als staf, was het belangrijk om de groep fit te houden en met ze in gesprek te blijven. We hebben bij alle selectieleden fietsen bezorgd en elke ochtend werd er vanuit iedereens (staf en speelsters) woonkamer een krachttraining gedaan. Toen we uiteindelijk toch, in 2021, in Tokyo op de Olympische Spelen waren, was dat een rare gewaarwording; spelen zonder publiek. We hadden nauwelijks een referentie en we reikten tot en met de kwartfinale. Een jaar later wonnen we in juni brons op het WK in Budapest en werden we in augustus in Split vierde op het EK. Dit laatste na een corona-soap voorafgaand aan het toernooi. Voordat we mochten spelen, moesten alle ploegen op corona worden getest. Wij scoorden acht positieve testen, terwijl we wisten dat we onmogelijk besmet konden zijn vanwege alle voorzorgsmaatregelen en het dagelijks testen in Zeist. Ik heb toen een her-test afgedwongen, met een ander merk testmateriaal. Dat leverde prompt als resultaat dat er geen positieve testen waren.’
Brandenburg
Ineke Yperlaan begon ‘ooit’ als wedstrijdzwemster in het Drentse Schoonoord. Ze won veel wedstrijden, maar dat werd toch minder leuk. Daarom werd er een bal bij gepakt en is ze gaan poloën. Bij De Kikker in Emmen speelde ze zich in de Drentse selectie, waar bondscoach Rob Heemskerk haar in de smiezen kreeg. Heemskerk nodigde haar uit voor de nationale jeugdselectie. Toen studeren in beeld kwam koos Yperlaan voor Utrecht, vanwege de trainingen in Zeist. Ze meldde zich bij de nationale topploeg, ’t Gooi in Bussum. Daar werd ze driemaal landskampioen. Bondscoach Peter van den Biggelaar haalde haar bij de nationale selectie, waarmee ze het eerste officiële WK voor vrouwen speelde (1986). Met Oranje won ze in 1985 al EK-goud. Yperlaan stopte op internationaal niveau. Na ’t Gooi speelde ze een jaartje hoofdklasse bij het Zeister Laga en werd met dit team bekerkampioen. Toen die club failliet ging, meldde ze zich bij Brandenburg in Bilthoven. Die club was net gepromoveerd naar de hoofdklasse en kon wel enige versterking gebruiken. De Bilthovense ploeg deed jarenlang mee om de prijzen in de hoofdklasse, Yperlaan was daarbij. ‘Ik heb met wat tussenpozen, tot 2013 in de eredivisie bij Brandenburg gespeeld’. Momenteel komt Brandenburg uit in de tweede divisie, een gevolg van de beslissing om, ondanks het kampioenschap in de eerste divisie, niet te willen promoveren naar de eredivisie. ‘Er is minder ambitie voor topsport, dus nu is het vooral lekker ballen. Bovendien is er concurrentie van buurtgenoot UZSC, waar het meer om de topsport draait.’
Belachelijk traject
2023 en 2024 waren intensieve jaren. ‘We werden in 2023 wereldkampioen in Japan en pakten daardoor ook het ticket voor de Olympische Spelen. Daar waren we hartstikke blij mee, maar de focus ging al snel op het EK in Eindhoven. Dat was een fantastisch toernooi, misschien wel het mooiste event dat ik heb meegemaakt. We werden Europees kampioen, maar moesten weer door, naar het WK in Doha. Dat was balanceren, omdat de focus al op de Olympische Spelen in Parijs lag. Eigenlijk was het een belachelijk traject: WK, EK, nogmaals een WK en aansluitend de Spelen.’
De Olympische Spelen was een fantastische ervaring. ‘Supergaaf. Veel Oranjesupporters, elke wedstrijd een vol stadion, veel spektakel en een heel hoog niveau. Team NL en NOC*NSF verdienen een grote pluim hoe zij het organisatorisch hebben ingestoken. Het was een feest om daar te zijn en we hebben met volle teugen genoten. Spanje en wij zijn gelijkwaardig. Vooraf kun je niet voorspellen wie er wint. Spanje was in Parijs iets stabieler, wij een tikje wisselvalig. Toch werd het onderlinge duel in de halve finale pas met strafworpen beslist. Dat we vervolgens van Amerika zouden winnen, hadden weinig mensen verwacht. Toch is het voor mij brons, en niet brons met een gouden randje. Goud is goud, brons is brons! Maar de topploegen doen niets voor elkaar onder en dat we op het podium hebben gestaan, is fantastisch. Dat podium is wel een gouden moment.’
Rotterdam
‘Het perspectief? Ik heb voor vier jaar bijgetekend, tot en met Los Angeles, met als tussenstops een WK, een EK en nog een WK. Tussentijds zijn er de wedstrijden voor de World Cup. Trainen doen we vanaf volgend jaar in Rotterdam, nu het bad op de KNVB-campus in Zeist dicht gaat. ‘Rotterdam’ doet zijn uiterste best om ons daar thuis te laten voelen, dus ga ik binnenkort met veel plezier en een tikkeltje nieuwsgierigheid van mijn woonplaats Zeist naar Rotterdam. We voelen ons daar welkom.’