Mats Røtvold-Leenaars grijpt zijn kans bij Roda’46

Mats Røtvold-Leenaars trok op zevenjarige leeftijd het voetbalshirt van Paris Saint Germain over zijn kinderschouders aan. Vijf jaar lang speelde hij in de jeugdopleiding van de Parijse voetbalclub. Anno 2024 draagt de 18-jarige linkervleugelverdediger het felrode shirt van zaterdageersteklasser Roda’46 uit Leusden. Maar Noorwegen lonkt.

Mats Røtvold-Leenaars.
Fotocredits: Teammanager Roda’46

Ter introductie: Mats Røtvold-Leenaars ziet op 21 december 2005 het levenslicht in Singapore. Hij is kind van een Noorse moeder en een Nederlandse vader.  Die hebben elkaar ontmoet op een stagewerkplek in Amerika. Ze trouwen en krijgen drie zonen. Vanwege het werk van vader Frans, marketingman bij respectievelijk KLM-Air France, Disney Parks & Resorts en thans reisorganisatie TUI, verblijft het gezin Røtvold-Leenaars enige tijd in het buitenland, te weten in Singapore, Engeland (in de nabijheid van Londen) en in Parijs.

In de Franse hoofdstad draagt niet alleen Mats het fraaie, wereldwijd begeerde shirt van Les Parisiens, zoals Paris Saint Germain liefkozend in de lichtstad wordt aangeduid, maar ook zijn beide broers Frans (nu 21) en Lucas (20).

Leusden

Na vijf jaar Parijs keert het gezin echter weer terug naar Nederland en settelen ze zich in Hilversum. Mats meldt zich vervolgens aan bij hoofdklasser Huizen. Maar een seizoen later wordt de talentrijke linkspoot gescout door Vitesse. Zijn periode in de Arnhemse jeugdopleiding bij respectievelijk Onder-14 en Onder-15 duurt twee seizoenen. Daarna is het exit.

Zijn concurrent op de linksbackpositie, uitkomend voor het Nederlands jeugdelftal, heeft bij Vitesse een streepje voor. De middelbare scholier kiest voor een vervolg bij Leusdense Roda’46 dat in regio Midden-Nederland bekend staat om zijn goede jeugdopleiding. Hij begint in Onder-18 en stroomt door naar Onder-23.

Na de winterstop van dit lopende seizoen hevelt Mark Wietsma, trainer/coach van Roda 1, Røtvold-Leenaars over naar de hoofdselectie en geeft hem direct een basisplaats in de bekerwedstrijd tegen het Amsterdamse Swift. Die gaat verloren, maar het optreden van de jeugdige en ranke verdediger met zijn fijne linkervoet en aanvalsdrang bevalt Wietsma dusdanig dat hij hem in de daaropvolgende competitiewedstrijden zijn vertrouwen geeft.

Tot zover de introductie.

Engels

Ruim anderhalf uur voor een donderdagavondtraining hebben we Mats aan de lijn. Gedurende het telefoongesprek zoekt hij zo nu en dan naar de juiste woorden in het Nederlands, hetgeen niet zo verwonderlijk als je vanaf jongs af aan louter onderwijs in het Engels hebt genoten – en nog steeds.

Mats: ‘In Engeland zat ik op een Amerikaanse school en in Parijs op een Britse school. En nu zit ik ook op een school waar eveneens Engels de voertaal is, dus ja, het Engels beheers ik misschien wel het beste.’

Hoe was je bij Paris Saint Germain op de radar gekomen?

‘Toen we in Engeland verbleven, speelde mijn broer bij Chelsea. En via een kennis van mijn vader, die goede contacten had bij Chelsea is er een lijntje gelegd naar Paris Sint Germain aangezien we naar Parijs verhuisden. Zowel ik als mijn beide broers mochten op stage komen en vervolgens werden we alle drie aangenomen. Ik heb er vijf jaar in de jeugd gespeeld. Ik begon bij Onder-8 en eindigde bij Onder-12, want toen verhuisden we weer.’

Vond je dat jammer?

‘Best wel. Maar hoever ik daar zou zijn gekomen, weet je natuurlijk nooit.’

Hoe heb je die PSG-periode ervaren?

‘Als leerzaam, bijzonder en mooi, hoewel ik in het begin erg moest wennen. Enerzijds omdat je de taal niet spreekt en anderzijds omdat je in een andere cultuur terecht komt. Er speelde nog één Nederlandse jongen in mijn leeftijdscategorie, maar het merendeel had de Franse nationaliteit of was van Marokkaanse komaf.’

In wat voor een cultuur kwam je terecht?

‘Sommige spelers die uit een minder welgesteld gezin kwamen, hadden een enorme prestatie- en profileringsdrang. Daarbij werden zij langs de lijn door hun sterk meelevende ouders flink aangespoord. Tja, die hoopten door toedoen van hun kind op een betere financiële toekomst.’

Speelde je tegen bvo’s?

‘Niet in competitieverband, maar we hadden geregeld grote toernooien waar we wel tegen Franse profteams speelden. Vriendschappelijk speelden we ook regelmatig tegen bvo’s. De laatste twee seizoenen vond ik het leukst, mede omdat ik inmiddels vloeiend Frans sprak.’

Trainden en speelden jullie op hetzelfde complex als de duurbetaalde profs?

‘Nee, tussen ons trainingscomplex en dat van de profs liep een weg. We konden alleen een glimp van de vedettes opvangen als ze van de parking afreden. Wie er in mijn tijd speelde? Onder andere Zlatan Ibrahimovic, Cavani, de Braziliaan Lucas Moura. Mbappé was er toen nog niet.’

Bij terugkomst in Nederland koos je voor Huizen, maar na een seizoen hengelde Vitesse je binnen.

‘Bij PSG was ik nog jong, bij Vitesse al wat ouder en dan wordt het ook al snel serieuzer en de trainingsarbeid intensiever. Naast de veldtrainingen ga je ook de gym in om aan je fysiek te werken en krijg je tevens mentale training. Jammer genoeg moest ik na twee seizoenen weg. Natuurlijk was dat een teleurstelling, maar ik zag het al wel aankomen.’

Roda’46 werd je volgende club.

‘Nadat bekend was dat ik bij Vitesse weg moest, namen Jonathan, DVS’33 uit Ermelo en Roda’46 contact met me op. Bij Roda heb ik tweekeer meegetraind en dat voelde gelijk goed. Het niveau beviel me en het klikte met zowel de trainer als de spelersgroep en dus koos ik voor Roda zonder bij de andere geïnteresseerde clubs te hebben getraind.’

Sinds de winterstop zit je bij de A-selectie, hoe bevalt dat?

‘Heel goed. Hoewel ik stap van de jeugd naar de senioren best als groot ervaar. Ik speel nu tegen mannen. Het spel is fysieker en het tempo hoger, maar ik heb me snel aangepast vind ik zelf. Ik voel zeker het vertrouwen van de trainer. Ik hoop dat ik mijn basisplaats als linkervleugelverdediger tot aan het einde van het seizoen kan behouden.’

En in het vervolg?

‘In mei doe ik eindexamen en dan neem ik een tussenjaar, omdat ik nog niet weet welke studie ik wil gaan volgen. Het tussenjaar breng ik door in Noorwegen, in het geboorteland van mijn moeder. Dus ja, ik vertrek aan het einde van het seizoen bij Roda. Maar ik blijf natuurlijk wel sporten en voetballen. In Noorwegen ga ik proberen om binnen te komen bij SK Træff uit Molde, die club speelt twee klassen onder het hoogste niveau. Een bestaan als prof is nog steeds een wens, ja.’

Vorige
Vorige

FC Utrecht maakt het spannend: 1-0 tegen NEC

Volgende
Volgende

Dramatisch verlies Jong Utrecht