‘Uit je comfortzone treden zorgt ervoor dat je als sporter groeit’

Roeicoach Johan Koopman: ‘Door korte uitwisselingstrajecten leren onze roeileden van de bewegingen, inspanningen en specifieke omstandigheden (zowel fysiek als mentaal) van andere sporten.
Foto: privé bezit.

Jonge rugbyers die in een roeiboot stappen. Jeugdige roeiers die op hun beurt het water verruilen voor het rugbyveld. Of wat te denken van jonge atleten die hun voeten ook eens buiten de sintelbaan zetten. Matthijs Schaller vindt het zo gek nog niet. De adviseur in sport met sterke interesse in talentontwikkeling is een warm pleitbezorger van het breed motorisch opleiden van jeugdige sporters. ‘Het sportplezier wordt vergroot.’

Jonge sporters specialiseren zich vaak te vroeg in één sport, weet Matthijs Schaller. ‘Dat vergroot de kans op blessures en verkleint de kans dat jongeren duurzaam en met plezier blijven bewegen.’ Om dit patroon te doorbreken vond Schaller gehoor bij de Amersfoortse sportverenigingen rugbyclub Eemland, roeivereniging Hemus en atletiekvereniging Altis. Schaller trof naar eigen zeggen veel energie aan bij deze clubs. ‘De opzet is dat zij komend jaar de connectie zoeken om een gevarieerd beweegaanbod aan hun selectieteams aan te bieden ten behoeve van talentontwikkeling. Denk hierbij aan uitwisseling van technische, fysieke en mentale vaardigheden.’

Als de kruisverstuiving een succes wordt, hoopt Schaller dat meer Amersfoortse verenigingen de stap naar breed motorisch opleiden (BMO) zetten. Schaller: ‘Op basis van veel wetenschap is gebleken dat als een kind op jonge leeftijd meerdere sporten beoefend daadwerkelijk een betere atleet wordt. Ik ben ervan overtuigd dat deze vorm van opleiden bij sporters op den duur het topsportklimaat in Amersfoort gaat optillen.’

 

Bewegen

Schaller (27) bracht enkele maanden terug het handboek De puzzel van plezier, het geheim van succes in talentontwikkeling uit en was tot voor kort als verenigingsadviseur verbonden aan SRO Amersfoort (Sport, Recreatie en Onderwijsvoorzieningen), waar hij zich onder meer bezig hield met talentontwikkeling. Schaller: ‘Ik had het idee om in Amersfoort een buurtsportacademie op te richten, waarin basisschoolkinderen extra beweegles zouden krijgen van trainers van topsportverenigingen. Vanwege mijn uitdiensttreding (hij vond een nieuwe uitdaging als beleidsadviseur Sport & Preventie bij de gemeente Voorschoten) heb ik daar geen vervolg aan kunnen geven. Maar het idee om kinderen en jonge sporters breder op te leiden en meer te laten bewegen liet me niet los.’

Zodoende bracht de bevlogen Utrechtse sportadviseur uit eigen interesse ‘wat in zijn hoofd speelde’ toch naar zijn oude werkterrein in Amersfoort. ‘Omdat ik er fijne contacten had opgedaan.’

 

Ontwikkeling

Schaller trof in technisch coördinator René Koch van rugbyclub Eemland (inmiddels opgevolgd door Ruud Timmerman) zijn eerste geestverwant. Schaller: ‘RC Eemland is een redelijk innovatieve club, speelt op het hoogste niveau en heeft oog voor talentontwikkeling.’

Vervolgens klopte hij aan bij roeivereniging Hemus. Jeugdtrainer en opleider Johan Koopman zwaaide de deur wagenwijd open. ‘Recentelijk is vanuit de roeibond richting coaches en jeugdcoaches nog een keer het belang van breed motorische ontwikkeling over het voetlicht gebracht’, laat Koopman weten. ‘Dus het initiatief van Schaller komt als geroepen.’ Koopman stelt verder dat Hemus de uitwisseling met andere sportverenigingen met interesse en vol vertrouwen tegemoetziet. ‘Niet zozeer dat onze roeileden meerdere sporten gaan doen, maar door korte uitwisselingstrajecten leren zij van de bewegingen, inspanningen en specifieke omstandigheden (zowel fysiek als mentaal) van andere sporten.’

‘Goed daarbij is dat je samenwerkingen opzoekt bij verenigingen die eenzelfde leeftijdsgroep en sportmindset hebben. Daarmee bedoel ik dat ambitieuze roeijeugd en bijvoorbeeld atletiek- en rugbyjeugd beter kan worden door te proeven van elkaars sportomgeving.’

Volgens Koopman bevordert de uitwisseling de groeimindset van jonge topsporters. ‘Je kan nog verder kijken in dit soort samenwerkingen, maar Schallers initiatief om ‘over schuttingen te kijken’ en te werken aan breed motorisch opleiden is een tof begin.’ Schaller: ‘Het juist uit je comfortzone treden zorgt ervoor dat je als sporter groeit en doorontwikkelt.’

 

Altis

Ook Werner Andrea van Atletiekvereniging Altis en voormalig trainer van topatlete Femke Bol toonde zich van meet af aan nieuwsgierig. Andrea: ‘We hebben ons inderdaad aangesloten bij dit project om BMO te stimuleren. Ik ben zeer benieuwd wat het ons gaat opleveren. Maar ik vind het sowieso mooi dat er aandacht voor is en ik deel Matthijs’ opvatting dat BMO in zijn algemeenheid betere atleten kan opleveren.’

Ten opzichte van andere sporten heeft de atletieksport het voordeel dat jongeren verschillende disciplines kunnen beoefenen. ‘Waardoor ze breed worden opgeleid en er voor hen voldoende uitdagingen zijn. Pas na hun 14e of 15e gaan leden zich bij ons specialiseren.’ ‘Nee, bij Femke zag ik niet gelijk welke kant ze op zou gaan. Ze kon redelijk sprinten maar niet uitmuntend. In verspringen blonk ze daarentegen wel uit, maar uiteindelijk vond Femke het sprinten het leukste onderdeel.’

‘Ik kan me goed voorstellen dat een rugbyer veel kan leren van één van onze sprinttrainers om aan zijn snelheid te werken. Anderzijds kunnen onze atleten wellicht iets op het fysieke vlak van de rugbysport opsteken.’ Andrea ziet, tot zijn genoegen, dat er vanuit de atletiekbond veel aandacht is voor talentontwikkeling/-herkenning. ‘Meerdere trainers en coaches binnen Altis volgen cursussen om meer kennis over specifieke onderdelen te vergaren.’  

Schaller wordt in zijn project bijgestaan door Stijn de Niet, student Master Sport en beweeginnovatie aan de HAN universiteit. De Niet gaat onderzoek doen naar de succesfactoren van de samenwerking.


Matthijs Schaller. Foto: privé bezit

Honkbal was lange tijd zijn lust en zijn leven.
Schaller kwam uit voor het Apeldoornse Robur en Tex Town Tigers uit Enschede. Nadien volgde de honkbalacademie Midden-Nederland, waarna hij in beeld kwam bij HCAW en jeugdinternational werd. Toch raakte zijn honkbalcarrière in het slop. ‘De topsportcultuur vroeg veel van me, zowel fysiek als mentaal. Dat is ook niet gek, anders haal je de top niet. Ik bezweek echter onder de druk en verloor het plezier. Momenteel doe ik meerdere sporten tegelijk. Ik doe aan hardlopen, boksen en fietsen. Ik merk dat ik een betere atleet word en dat op mijn 27ste.’ Schaller rondde een masterstudie Sportbeleid en Sportmanagement aan de Universiteit Utrecht af, zo ook een bachelorstudie Sportkunde aan Hogeschool Windesheim.

Het boek De puzzel van plezier, het geheim van talentontwikkeling biedt trainers-coaches zowel praktische als wetenschappelijk onderbouwde handvatten om een sportomgeving te creëren waarin talent zich optimaal kan ontwikkelen.

boekengilde.nl


Vorige
Vorige

Jan-Willem van Schip met Amerikaan in zesdaagse 

Volgende
Volgende

Bart Hoolwerf ziet maatje Jorrit Bergsma de zege grijpen