Utrechtse coach verklaart wereldtitel bridgevrouwen
Een sterk, homogeen team, onverzettelijkheid en het geluk van de winnaar. Dat waren volgens de Utrechtse coach Arnout Helmich de pijlers onder het succes van de Nederlandse bridgevrouwen op het WK voor landenteams. TeamNL toonde een grote veerkracht in de finale tegen favoriet China en veroverde de wereldtitel, ook wel de Venice Cup geheten. Dat gebeurde voor de tweede maal in de historie. Ook in 2000 wonnen de vrouwen goud op het WK bridge.
De Utrechtse Marijke van der Pas maakte destijds deel uit van het kampioensteam, dat glorieus werd onthaald bij zijn terugkeer op Schiphol. Ditmaal waren geen speelsters uit de regio Utrecht geselecteerd, maar de kans is niet denkbeeldig dat binnen afzienbare tijd de tweelingzussen Sarah en Lotte de Wijs uit Doorn hun internationale debuut bij de vrouwen maken.
In het Deense Herning speelden gedurende twee weken de paren Merel Bruijnsteen - Doris van Delft, Judith Duursma - Magdaléna Tichá en de ervaren oudgedienden Martine Verbeek - Wietske van Zwol. Coach Helmicht roemt de keuze van captain Jacco van Egdom. ‘Sommigen hadden zes jaar niet op topniveau gespeeld en zijn dus echt ‘uit de mottenballen gehaald’. Daarnaast heeft het geholpen dat sommige andere landen niet in hun sterkste opstelling speelden, zeker als ze ook een team in de mixed-categorie hadden.’
Geregeld moesten de Nederlandse vrouwen tegen een achterstand opboksen. Nooit werd het hoofd in de schoot gelegd. ‘In verschillende fases van het toernooi zijn we teruggekomen van een achterstand. Vaak leverden de laatste twee spellen van een zitting nog wat punten op. Toen we halverwege de finale flink achter stonden, was er dus het vertrouwen dat we dat konden herstellen.’ En dat gebeurde, Oranje won uiteindelijk nog redelijk ruim (248-209 imps).
De Utrechtse coach, zelf ook een topspeler, verliest in een nieuwsbrief van de bridgebond niet uit het oog dat het Nederland ‘op beslissende momenten niet heeft tegengezeten.’