AFC Quick 1890 is weer hongerig naar prestatievoetbal

Trainers Aart van Meerveld (links) en Dominik Eichler willen het eerste elftal weer hogerop brengen en de weg plaveien voor de talentvolle jeugd van AFC Quick. Foto’s: Erik van den Akker/Utrechtse Sportkrant

AFC Quick 1890 wil weer (terug) in de etalage oftewel in Amersfoort weer de uitstraling krijgen van de voetbalvereniging met ambities en gezonde prestatiedrang. En zie, dit seizoen heeft AFC Quick 1890 een aardig, jeugdig en gretig eerste elftal op het groene, korrelige kunstgras van sportpark Dorrestein. Nu nog wegkruipen uit de kelder (lees: vierde klasse).
Harry Kerssies, lid van de technische commissie, over het streven naar een hoger niveau. ‘De uitdaging is om iedereen binnenboord te houden.’

Kerssies wil het bij aanvang van het gesprek nadrukkelijk gezegd hebben. Aan het duurzaam technische beleid van AFC Quick 1890 sleutelt hij in constructieve en vruchtbare samenwerking met Marcel van Barneveld (voormalig eerste elftalspeler) en Fred Hooft. ‘Teneinde de continuïteit te waarborgen hebben we ervoor gekozen om in plaats van een hoofd opleiding met zijn drieën de technische commissie te vormen’, vertelt Kerssies die zich sinds anderhalf jaar over het technische beleid bij AFC Quick 1890 ontfermt. ‘Gedrieën zijn we verantwoordelijk voor de jeugdselecties 13-1 tot en met het eerste elftal.’


Beleid

Back to the old days. AFC Quick 1890 wil het graag. Jarenlang was Amersfoorts oudste voetbalclub toonaangevend in de stad, maar die status heeft de club uit Amersfoort-Zuid met zijn rijke historie al enige tijd verloren. Quick was, als we het specifiek over het eerste elftal hebben, verworden tot een nobody in het Utrechtse zondagvoetbal met als dieptepunt in het seizoen 2023-2024 degradatie naar de vierde klasse.

Nog nooit in de geschiedenis van de club was Quick, dit jaar 135 jaar oud, zover afgedaald. De Amersfoorters ondergingen het verval ogenschijnlijk een tikkie gelaten. Nergens werd, gechargeerd gesteld, een deur uit blinde woede dichtgesmeten of binnenkamers een keel opgezet. Niet des Quicks.

Erevoorzitter Sieg van Maagdenburg, de keurigheid zelve, in de leeftijd van begin negentig en nog frequent bezoeker bij thuiswedstrijden, sprak steevast iedere keer bij zijn komst naar het sportpark bemoedigende woorden. Zijn kernboodschap: ‘Quick zal altijd een club van stand blijven met of zonder degradatie.’ Ook Quicks huidige voorzitter Gerard van der Werff (volgens insiders een zegen voor de club) hield zich in het degradatiejaar verre van defaitisme. Desalniettemin vond het bestuur het de hoogste tijd om nieuw technische beleid uit te stippelen om verdere afdrijving van het vlaggenschip te voorkomen.

Aan Kerssies (voorheen actief in de technische commissie bij het Leusdense Roda’46) en de zijnen om Quick weer smoel te geven dan wel van ambitieuze impulsen te voorzien.

En so far so good. (Bij schrijven van dit artikel was Quick, getraind door Dominik Eichler en Aart van Meerveld, na zes competitiewedstrijden in de vierde klasse D nog ongeslagen).

‘We hebben goede jeugdtrainers, goede spelersgroepen, het enige wat in het totaalplaatje ontbreekt is een eerste elftal dat op een goed niveau speelt’, merkt Kerssies op in Quicks bestuurskamer. ‘We willen met het eerste elftal naar een niveau passend bij onze jeugdopleiding zodat spelers vanuit de jeugd instromen in een elftal dat voor hen uitdagend is. De kans dat ze dan aan de club verbonden blijven is groter dan dat ze hun heil zoeken bij een hoger spelende club. Hoe hoger je eerste elftal speelt, hoe gemotiveerde jeugdspelers zullen zijn om het eerste te halen. Bovendien is het dan voor spelers die ooit bij Quick zijn opgeleid ook aantrekkelijker om terug te keren naar hun roots.’


Stabiel

‘Momenteel’, vervolgt Kerssies, ‘hebben we hartstikke leuke en talentvolle jeugd rondlopen. Onze 17-1 en 19-1 speelt op divisie niveau en beide teams draaien mee in de top 4. Zij zijn onze spelers van de toekomst, maar dan moeten we ze wel een aantrekkelijk perspectief bieden. Dat proces is nu ingang gezet.’

‘Het mooiste scenario zou zijn als we 17-1 kunnen doorschuiven naar 19-1 en 19-1 naar 23-1 en vervolgens de beste spelers daaruit laten doorstromen naar het eerste. Nu is 23-1 nog een breedteteam, maar in de komende jaren moet het de beoogde springplank worden naar de hoofdmacht. Uiteindelijk moeten we de voorwaarden scheppen voor een stabiel eerste elftal waarin jongens jarenlang met elkaar samen spelen.’

Aan dat geschetste ideaalbeeld is geen tijdspad verbonden. Kerssies realistisch: ‘Je kunt je ambities wel uitspreken maar waarmaken is vers twee. Andere clubs zitten tenslotte ook niet stil. Maar je kunt er wel voor zorgen dat er elk jaar een representatief elftal op het veld staat dat mee kan strijden om de bovenste plaatsen. En natuurlijk heb je te maken met spelers die elders gaan studeren of zo goed zijn dat ze voor een divisieclub kiezen – uiteraard moet je daar begrip voor hebben. Maar ons streven is om elk seizoen een vaste kern van goede spelers te behouden en aan te vullen met talentvolle jeugdspelers.’

Om de ontwikkeling van deze talentvolle spelers te bevorderen, speelt Quick met een beloftenteam mee in de regionale beloftencompetitie. Kerssies: ‘Het is een competitie waarin zij zich kunnen meten met sterke tegenstanders zoals Roda’46, Woudenberg en DTS’33.’

 

Kentering

De onvermijdelijke switch naar het zaterdagvoetbal - in de zomer van 2024 - zorgde voor aanwas en nieuw elan bij Quick. ‘Vorig seizoen hadden we een slechte eerste seizoenshelft’, blikt Kerssies terug, ‘maar verbeterden we ons aanzienlijk in de tweede helft met als gevolg dat we zelfs kans op de nacompetitie hadden en dus ook zicht op promotie.’

Zo ver kwam het net niet, maar de kentering halfweg het seizoen zorgde er wel voor dat er een positieve vibe de club binnendrong.

Kerssies: ‘Met de kern van de spelersgroep van vorig seizoen zijn we dit seizoen doorgegaan, tegelijkertijd spraken we de ambitie uit om naar een hoger niveau te gaan en hoe dat te bereiken.’

Dit seizoen is Quick, geïnjecteerd met vers bloed (de nieuwelingen kwamen van stadgenoten CJVV, VVZA en het Leusdense Roda’46) goed uit de startblokken gekomen wat vertrouwen geeft voor de nabije toekomst. Kortom, er zit weer muziek in het elftal.

Kerssies: ‘We beschikken over een technisch vaardige spelersgroep die even gretig als ambitieus is en plezier uitstraalt. En met Dominik en Aart hebben we twee trainers die elkaar perfect aanvullen en goed passen bij de huidige spelersgroep. Als TC zijn we zeker tevreden zoals het nu draait, maar de competitie is nog lang. Willen we promoveren dan moeten we elkaar blijven uitdagen.’

Volgende
Volgende

Lorena Wiebes aangereden door auto maar komt met de schrik vrij