Marijn van den Berg likt zijn wonden na ‘super zure’ val in openingsrit
Hij reed heel attent en na de beslissende breuk in het peloton op 18 kilometer van de finish kreeg Marijn van den Berg ‘een gouden kans’ in de eerste etappe van de Tour de France. Hij zat in de voorste groep, terwijl topsprinters als Tim Merlier, Jonathan Milan en Dylan Groenewegen de slag hadden gemist. Tot een keiharde val een eind maakte aan de droom van de wielerprof uit De Meern. Het goede nieuws: hij is gehavend maar na twee dagen nog in de Tour.
Marijn van den Berg.
Fotocredits: Team EF Education - Easypost
'Kut', wond hij er geen doekjes om na de vraag van de NOS-verslaggever hoe hij zich voelde. 'Ik zat er echt lekker in en schoof eigenlijk net op om in die eerste groep voor een mooie plek te sprinten. Het is super zuur dat ik hard onderuit ging.’
De eerste etappes van de Tour de France verlopen sinds jaar en dag hectisch en chaotisch. Valpartijen zijn geen zeldzaamheidje en resulteerden in de editie van 2025 op de openingsdag in een tragische aftocht van de tijdritspecialisten Filippo Ganna en Stefan Bissegger.
Bijna behoorde ook Marijn van den Berg tot de onfortuinlijken. Met twee ploeggenoten - Harry Sweeny en Kasper Asgreen - bevond hij zich in de eerste waaier na een tactisch sterke manoeuvre van Visma-Lease a bike. Met onder meer Jonas Vingegaard (!) sleurend aan kop deelde de Nederlandse formatie een aardige tik (39 seconden) uit aan klassementsmannen als Remco Evenepoel en Primoz Roglic. Zij zaten te slapen, net als de sprinters die vooraf favoriet waren voor de ritzege en dus de gele trui.
Veel pijn
Marijn van den Berg was wel bij de les geweest. Hij maakte zich op voor de sprint toen hij in het gedrang onderuit schoof en met zijn linkerschouder op het asfalt klapte. 'Ze remden vlak voor me en je zit natuurlijk dicht op het wiel. Ze slingerden een beetje en raakten mijn wiel,’ baalde Van den Berg die veel pijn leed en naar het ziekenhuis werd gebracht voor nader onderzoek. Hij had in elk geval niks gebroken, maar wel een zere heup en een snijwond in zijn kuit. Zijn ploeg EF Education-EasyPost verklaarde dat de medische staf de volgende ochtend zou besluiten of hij verder kon in de Tour.
De tuimeling was extra zuur voor Van den Berg omdat hij juist op zijn best is wanneer hij met een kleine groep naar de finish rijdt. ‘Er zaten niet veel rappe sprinters meer in de eerste groep. Ik ben niet echt een massasprinter, maar in een kleine groep ben ik wel snel. Dan had ik voor een mooie plek mee kunnen doen, denk ik.’
De kans dat hij de uiteindelijke winnaar Jasper Philipsen – gegangmaakt door onder meer Mathieu van der Poel – verslagen zou hebben was gezien diens topsnelheid miniem, maar derde, en zelfs tweede, was heel wel mogelijk geweest. Nu eindigden achter de Belg de Eritreër Biniam Girmay (tweede) en de Noor Søren Wærenskjold.
In zijn val nam Van den Berg de Australische klassementsrenner Ben O'Connor van Jayco-AlUla mee. Beiden kregen overigens de tijd van de eerste groep.
Na een nachtje rusten kon de enige Utrechter in deze Tour zijn weg vervolgen. De pijn verbijtend en met vier hechtingen in zijn kuit overleefde hij de slopende race en finishte in Boulogne-sur-Mer als 122ste op bijna acht minuten van winnaar Mathieu van der Poel. Maar zijn klassering was niet belangrijk, hij had het gehaald. ‘Nu maar hopen dat het per dag beter wordt.’