Stéphanie Visscher uit Elst reist de hele wereld over voor punten

Stéphanie Visscher speelde haar eerste tenniswedstrijden bij De Musketiers in Elst.
Foto: privé collectie

Stéphanie Visscher (25) uit Elst tennist op internationaal niveau. Haar ranking is momenteel net binnen de Top 400, haar ambitie is de Top 100. Om punten te scoren voor de wereldranglijst reist ze de hele wereld over. De Utrechtse Sportkrant sprak met haar tijdens een verblijf op Sardinië, waar ze even de tijd neemt om te vertellen wat ze doet en laat voor haar sport.

Stéphanie Visscher was vijf jaar oud toen ze met haar zus Daphne meeging naar de tennisbanen van De Musketiers in Elst (gemeente Rhenen). Ook haar vader tenniste daar en het duurde niet lang voordat Stéphanie haar eerste tennisles kreeg. ‘We zijn niet echt een tennisfamilie. Mijn vader heeft gevoetbald en tenniste voor de lol. Mijn zus had meer ambitie en tenniste fanatiek in haar jeugd. Na de middelbare school vertrok ze naar Amerika om te studeren en om in een studententeam te spelen. Inmiddels tennist ze alleen nog voor haar plezier,’ vertelt Visscher.

‘Vanaf een jaar of zes kreeg ik tennisles en ik vond dat leuk om te doen. Ik ging steeds meer en beter spelen. Ik werd door de tennisbond opgepikt om aan instroomtrainingen mee te doen. Op mijn elfde mocht ik meedoen aan het NK Jeugd. Die eerste keer was niet echt succesvol, maar de edities daarna zat ik wel bij de top.’

Internationaal

‘Tijdens mijn middelbare schooltijd heb ik alleen in Nederland gespeeld. In die tijd heb ik vier keer een NK-finale gespeeld, waarvan ik er één heb gewonnen: in 2018. Ik speelde toen ook bij de NK Dames, waar ik de halve finales haalde. Ik trainde inmiddels in Eindhoven en verbleef bij een gastgezin. Ik kwam destijds uit voor ELTV Eindhoven; daarvoor speelde ik voor TV Rijnhuyse in Nieuwegein. Uiteindelijk speel je voor jezelf om punten voor de ranglijst te verzamelen. Met het team doe je mee aan competities.’

Toen Stéphanie Visscher op haar zeventiende de middelbare school afsloot, verschenen er ook internationale wedstrijden op haar programma. ‘Afhankelijk van je plek op de internationale ranglijst kun je wekelijks voor zes toernooien inschrijven. Na een week moet je dan kiezen naar welk toernooi je gaat. Dat betekent dat ik me elke keer moet afvragen welk toernooi het beste bij me past en waar de kans op veel punten het grootst is. Bij die afweging komt van alles kijken: ben ik er eerder geweest en hoe beviel dat? Welke tegenstanders kan ik daar verwachten en hoe liggen die mij? Wat is de weersverwachting? Op welke hoogte wordt er gespeeld? Uiteraard speelt ook de ondergrond een rol, en zelfs met welke ballen wordt gespeeld. Er zijn namelijk zware en lichte ballen, kale en harige ballen, snel slijtende ballen.’ Ze voegt toe: ‘Mijn favoriete bal is trouwens de Wilson US Open, een hardcourtbal’.

Ook is het van belang of er kwalificaties gespeeld moeten worden, of dat er direct in het hoofdtoernooi gestart kan worden. ‘Als de keuze is gemaakt, moet ik zelf de reis regelen. Tennis is een dure sport en ik moet alles zelf bekostigen. Met mijn prijzengeld kan ik dat niet bedruipen, dus mijn ouders zijn mijn grootste sponsor.’

Als ze in haar geboortedorp Elst is, krijgt ze regelmatig leuke belangstelling van dorpsgenoten. ‘Als er een stukje in de krant heeft gestaan, krijgen mijn ouders en ik weleens opmerkingen. Erg leuk om te merken dat de mensen meeleven.’

Ranking

‘Ik sta nu in de Top 400 van de wereld. Ik kijk niet elke week naar mijn ranking, maar het is natuurlijk wel heel leuk dat de 4 onlangs in een 3 is veranderd. Het ultieme doel is om de Top 100 te halen. Het hoogste niveau binnen het tennis zijn de WTA-toernooien; daaronder speelt zich het ITF-circuit af. Ook daar zijn verschillen: er zijn toernooien waarbij je bij winst 15 punten verdient, maar ook toernooien waarbij je na een gewonnen finale 100 punten krijgt. Die wedstrijden brengen me overal. Ik zit nu op Sardinië, maar eerder was ik in Burundi, Amerika, Mexico, Taiwan, Zuid-Afrika en Kazachstan, om maar een paar plaatsen te noemen. De omstandigheden zijn heel verschillend: soms komt er nauwelijks iemand kijken, terwijl de publieke belangstelling in de zomer groter is. In Nederland worden ook enkele ITF-toernooien georganiseerd, in Oegstgeest, Alkmaar, Oldenzaal, Den Haag en Amstelveen. Als ik daar speel, is het leuk als familie en vrienden kunnen komen kijken.’

Op de vraag of haar ambitie om de Top 100 te bereiken realistisch is, antwoordt ze bevestigend. ‘Ik denk het wel. Ik ben nu 25 jaar en ik groei nog steeds. In Nederland heb ik zes speelsters boven me staan. De niveaus liggen niet zo heel ver uit elkaar.’

Eenzaam

‘Mijn leven bestaat vooral uit veel trainen - ongeveer twintig á vijfentwintig uur per week - mijn rust nemen, op mijn voeding letten en veel opofferen voor de sport. Bovendien ben ik zo’n dertig weken per jaar op reis. Soms train ik privé, soms met andere spelers. Ik spreek graag met Nederlandse meiden af om te trainen, en soms train ik met jongens of jongere, junioren-meiden.’

Visscher volgt geen speciaal dieet, maar toch is het thuis in Elst eenvoudiger om voor goede voeding te zorgen. Op reis is dat een ander verhaal. ‘Ik moet vooral zorgen dat ik voldoende en goede voeding binnenkrijg. Tijdens dit toernooi zit ik in een appartement en kan ik zelf koken,’ vertelt Visscher. Dat maakt het wat makkelijker om gezond te eten.

Er gaat dus veel tijd zitten in een goede zorg voor haar lijf. ‘‘Een leven als tennisster is een eenzaam bestaan, maar ik vind het de moeite waard. Ik heb weinig moeite met alleen zijn en ik reis ook veel alleen. Met veel meiden heb ik leuk contact op reis, maar we blijven uiteindelijk elkaars concurrenten.

Planning

Haar programma voor 2025 is afhankelijk van haar ranking. ‘Hoe hoger ik sta, hoe groter de toernooien die ik kan spelen en hoe sterker de meiden tegen wie ik speel. Daar kan ik veel van leren en wennen aan een hoger tempo. Ik analyseer vooral mijn eigen wedstrijden. Ik kijk niet vooraf naar een tegenstander, maar achteraf kijk ik nog wel eens terug om te zien of ik er iets van kan opsteken.’

Alle opofferingen en investeringen beziend kan ze niet anders concluderen dat ze houdt van het spelletje. ‘Ik vind tennis het leukst om te doen. Het geeft me de kans om veel te zien, andere culturen te ontdekken en verschillende nationaliteiten te leren kennen. Ik leer mezelf te ontwikkelen, gedisciplineerd te werk te gaan en goed te organiseren. Die kwaliteiten wil ik later inzetten als ik niet meer professioneel tennis. Ik wil dan iets in de sport gaan doen, maar wat precies weet ik nog niet. De kans is groot dat het iets met individuele sport te maken heeft.’

Vorige
Vorige

Vrouwen SCHC in tranen na weer verloren finale om landstitel

Volgende
Volgende

De sociale functie van Aurora is groot