Utrechtse topbridgers Huub van der Wouden en Marcel Winkel brainstormen tijdens festival op Madeira

De nieuwe eigenaren van het vakblad IMP, Marcel Winkel (links) met tegenover hem zijn partner Huub van der Wouden, spelend tegen Just van der Kam en Betty Speelman.
Fotocredits: Marco Teixeira

Het humeur van Huib van der Wouden en Marcel Winkel is meer dan zonnig. Nu hebben de twee topbridgers van nature toch al geen chagrijnig karaker, maar op het paradijselijke eiland Madeira verandert goedgemutst in opperste staat van vrolijkheid. Zeker wanneer ze tegenstanders de oren hebben gewassen in het almaar populairder wordende bridgefestival.

‘We worden zelf ook geschoren hoor,’ nuanceert van der Wouden, zonder zijn glimlach te verliezen. ‘En als je een paar keer achter elkaar een ram voor je bek krijgt kun je nog zo’n gezellige babbelaar zijn en een onverbeterlijke optimist, het moet niet te gek worden. Je speelt hier wel om wat punten te halen.’

Sinds vorig jaar zomer runt het duo een gerenommeerd bridgeblad genaamd IMP. Een blad dat zich al 35 jaar richt op de ‘meer gevorderde’, ‘ambitieuze’, dan wel ‘betere’ bridger. De nieuwe roergangers willen de drempel verlagen, het periodiek – IMP verschijnt acht keer per jaar - toegankelijker maken voor een bredere groep. ‘Zeg maar voor de enthousiaste bridger’.

Utrechter Van der Wouden (65), jaren geleden verhuisd naar Bilthoven, begon zelf op zijn veertiende met bridge. ‘Op de tennisclub in Woerden. Ik werd er meteen door gegrepen. Een half jaar heb ik op een club van volwassenen gespeeld. Dan ben je tegen twaalven klaar, bepaald niet ideaal voor een scholier.’ Hij stopte er een paar jaar mee en pakte de draad weer op in zijn studententijd.

Houtenaar Winkel (60), 3,5 jaar geleden geëmigreerd naar Portugal, was met zijn 19 jaar iets ouder. ‘Ik zat bij de marine, bleef overnachten bij een vriend waar geklaverjast werd. Na de laatste slag zei ik, jullie zijn nat. ‘Hoe weet je dat’, zei mijn vriend. ‘Nou ik tel de punten en weet dat wij er 84 hebben’, zei ik.

‘Dan moet je gaan bridgen’, zei hij. Hmm, bridge? Dat was toch iets voor dokters, veeartsen en notarissen? Toch ben ik de boekjes van Sint en Schipperheyn (de legendarische Van start tot finish, red.) gaan lezen en ik verslond ze.’ Bridge was in een klap alles. ‘Ik speelde zeven dagen in de week, was helemaal in paniek wanneer er geen vierde man was.’

Landskampioen

Op het internationale festival van Madeira treffen ze gewone clubspelers, maar ook profs van wereldniveau. Het schrikt ze niet af. Zowel Van der Wouden als Winkel (2008) zijn ooit met Utrechtse verenigingen, respectievelijk BC Oog in Al (1991) en BC Star (2008), landskampioen geweest. Voor Van der Wouden was die titel een soort eindstreep. Hij ging voor zijn werk naar het buitenland en ontmoette in Amerika zijn huidige vrouw. Jaren later pakte hij de draad weer op met zijn oude maat Chris ten Kate. Tot die in 2014 plotseling overleed. Weer stopte Van der Wouden om in 2023 terug te keren in de arena.

Winkel is altijd blijven bridgen. Het meest met Svend Germann, een naam die bij Utrechtse foto hobbyisten nog wel een belletje zal doen rinkelen. ‘Ik ben begonnen bij BOD’84 in Houten, werd gevraagd door BCO waar Marijke van der Pas (oud-wereldkampioene, red.) adviseerde om met Svend te gaan spelen: ‘want jullie zijn beiden van die ongeleide projectielen’.  

Ook Van der Wouden benaderde in zijn beginjaren bridge met een frivole geest, tot ongenoegen van zijn partner. ‘Chris kon daar absoluut niet tegen. Hij dwong me in een soort bridgekeurslijf en ik moet zeggen, die discipline beviel me eigenlijk prima.’

Op Madeira spelen ze samen het parentoernooi, dat dit jaar een explosieve groei kent. Steeds meer bridgers ontdekken de Parel van de Atlantische Oceaan. Een aangenaam klimaat in november, fraaie wandelingen door de levada’s en adembenemende vergezichten. Maar bridgers komen in het algemeen om te bridgen. Het aantal van ruim 370 paren verrast ook toernooidirecteur Miguel Teixeira. ’Dit hadden we echt niet verwacht.’ Dus moet er geïmproviseerd worden, extra speelruimte, extra materiaal maar vooral ook een extra aanslag op de (technische) logistiek. Teixeira: ‘Ik ben heel trots dat we met de staf, met de hele organisatie, dit enorme aantal hebben kunnen verwerken. Het is eigenlijk heel gesmeerd gelopen met nauwelijks vertraging.’

Alle windstreken

De Nederlandse paren gaan kopje onder in het geweld. Met een record aantal - ook uit Utrecht en contreien zoals de drie debuterende broers Ronald, Sander en Martijn Goor uit Houten - zijn ze op het eiland neergestreken. Eigenlijk komen de bridgers uit alle windstreken van de aardbol, met een flink contingent uit Scandinavië. Bij Nederlanders hebben vooral Polen de naam niet geheel zuiver te spelen. Het verleidt Winkel een boekje open te doen over een persoonlijke ervaring, maar dan met Italianen. Na de landstitel mocht Star meedoen aan de Champions Cup. ‘Normaal was dat in exotische oorden, nu in Amsterdam... We haalden verrassend de finale die we verloren van een Italiaans team, met daarin Fantoni-Nunes, op dat moment de beste spelers ter wereld. Later werden zij betrapt op valsspelen. Toen heb ik gezegd, Erica kunnen wij onze medaille inruilen? Van Erica Terpstra hadden we destijd drie dikke zoenen plus een zilveren medaille gekregen.’

Ook het viertallentoernooi breekt met 173 teams alle records. Team IMP draait mee in de subtop, maar kan de sprong naar boven niet maken. Als het maar goed gaat met het blad, hoor je Winkel en Van der Wouden denken. Op het moment dat ze het overnamen van Rob Helle, die zes jaar de scepter zwaaide, was het ledenbestand gezakt naar 1350. Helle moest er geld bij doen om quitte te kunnen draaien. ‘We hebben de teruggang tot staan weten te brengen, er is zelfs sprake van een kleine stijging, maar we streven naar minstens 1600 abonnees. Dan kunnen we alle medewerkers ook fatsoenlijk betalen,’zegt Van der Wouden. ‘Al zijn er die zeggen, jullie hebben het niet breed, voor mijn bijdrage hoef ik niks te hebben. Hartverwarmend, inderdaad.’ 

’Maar er zijn wel veel meer lezers, ik schat een 3000, omdat in veel gezinnen er meerdere bridgers zijn’ voegt Winkel eraan toe. ‘Om te groeien mikken we ook op tweededivisiespelers en hoofdklassers, zeg maar de spelers in de A-lijn van de club.’

Daarvoor voeren ze een zeer actieve wervingscampagne. Alle verenigingen worden benaderd (‘een hels karwei, want we beschikken niet over het ledenbestand van de bond’), veel proefabonnementen uitgezet en op toernooien laat IMP zich gelden. Met prijsjes, maar ook door er aandacht aan te besteden in het blad én op de website. Die heeft zowel een kwantitatieve maar ook inhoudelijke injectie gekregen met meer actueel nieuws, maar ook meer toernooiverslagen, columns en persoonlijke impressies.

Instituut

Drie tot vijf jaar geven Winkel en Van der Wouden zich om het blad rendabel te krijgen. Van der Wouden: ‘Ik werk wat minder en vind het een uitdaging een noodlijdend blad weer op poten te zetten. IMP is een instituut.’

De komende jaren zullen ze zich ongetwijfeld vaker op Madeira laten zien. Al vindt Winkel het toernooi nu toch wel ‘te groot worden. Er zijn veel mensen die ik helaas niet gezien of gesproken heb.’

Voor Van der Wouden blijft het ondanks de omvang een pareltje. ‘Supertoernooi. Omdat het bridgen tussen 4 en half 8 is op de meeste dagen blijft er ruime tijd open om te genieten van het eiland, het weer, en het eten. Beste bridgefestival dat ik ken.’

Volgende
Volgende

Utrechtse schaatsers lijken op OKT gedoemd tot figurantenrol