Utrechtse schaatsers lijken op OKT gedoemd tot figurantenrol
Wie een liefhebber is van films van Alfred Hitchcock zal tussen kerst en oudjaarsdag zijn hart kunnen ophalen in Thialf. Niet dat in de schaatstempel ijspriemen in lichaamsdelen worden gestoken, de spanning zal echter continu voelbaar zijn gedurende de vijf dagen van het olympisch kwalificatietoernooi (OKT). Met vermoedelijk een figurantenrol voor de schaatsers met Utrechtse roots: Wesley Dijs, Bart Hoolwerf, Stijn van de Bunt en Merijn Scheperkamp.
Hilversummer Scheperkamp, lid van SIV Zeist waar hij sprintvaardigheden ontwikkelde, verraste vier jaar geleden de elite met de snelste 500 meter op het OKT. Met 34,45 verwierf hij een ticket voor de Winterspelen van Beijing. Begin dit jaar reed hij een persoonlijk record van 34,41, slechts een paar honderdsten sneller dus dan zijn tijd op het OKT van 2021. Het legt duidelijk het manco bloot waarmee de schaatser van Team Essent worstelt. Scheperkamp heeft zich de afgelopen jaren nauwelijks ontwikkeld terwijl de jonge talenten, Jenning de Boo voorop, hem aan alle kanten passeerden.
Overlappingen
Het OKT begint tweede kerstdag en duurt tot en met 30 december. Nederland mag een ploeg van negen mannen en negen vrouwen afvaardigen naar de Winterspelen van Milaan. Op vrijwel alle afstanden mogen er drie starten. Scheperkamp rijdt op het OKT de 500 en 1000 meter. Om zeker te zijn van een olympisch ticket op de 500m moet winnen, maar dat lijkt onmogelijk. In de selectievolgorde staan de nummers twee en drie van de kortste afstand op de plaatsen 11 en 14. Ook al hou je rekening met de overlappingen, de nummer drie van de 500 meter haalt dus waarschijnlijk niet Milaan.
De 1000m is dit seizoen het terrein van Jenning de Boo, Tim Prins, Joep Wennemars en Kjeld Nuis. De derde plaats, 7 op de selectielijst, biedt ook zekerheid, maar hoe doe je dat met een waslijst aan concurrenten in eigen gelederen.
Een ticket op die afstand kan Wesly Dijs zich ook wel uit zijn hoofd zetten. De schaatser uit Soest richtte zich de afgelopen tijd dan ook vooral op de 1500 meter. Alleen in de wereldbeker van Calgary haalde hij de top-10 (negende). In het internationale klassement van de schaatsmijl is Dijs pas de vijfde Nederlander achter Nuis, Prins, Wennemars en Tijmen Snel. Wie op het OKT derde wordt komt op plek 12 in de selectievolgorde en is dus allerminst zeker van een plek in de Milaan-ploeg. Dijs zal een (flinke) positieve uitschieter nodig hebben.
Voor Bart Hoolwerf uit Eemdijk is het vooral afwachten. Pas na het OKT wordt beslist over de tweede man op de massastart. Jorrit Bergsma die twee wereldbekers won is vrijwel zeker aangewezen door bondscoach Rintje Ritsma. Interessant wordt het wanneer Bergsma de 5 km wint, plaats 6 in de selectievolgorde, en dus op eigen kracht een plaats in de ploeg verwerft. Mag Ritsma dan een ander aanwijzen? Zelf rijdt Hoolwerf op het OKT de 1500 en 1000 meter, maar dat zal voornamelijk zijn om zijn explosiviteit aan te scherpen.
Debutant
Een debutant op het OKT is de 21-jarige Stijn van de Bunt uit Lopik. Een talent op vooral de 5 en 10 km, een stayer dus die zich als een komeet ontwikkelde. Tot hij van de zomer na een aanrijding met een auto zijn rug brak en een paar ribben. Hij is ervan hersteld, getuige zijn race half november in Groningen, waar hij met 13.03,28 op de 10 km ruim onder het baanrecord van Sven Kramer dook.
Op de 5 km zal een plaats bij de beste twee nodig zijn voor Milaan, de nummer drie staat pas op plaats 13 in de selectievolgorde. En de winnaar van de 10 km, ooit met Sven Kramer ‘een zekerheidje’ voor goud, staat pas op plaats 10. Maar als Van de Bunt, ploeggenoot van Joy Beune bij IKO-X2O, fit is zou hij zomaar voor een stunt kunnen zorgen. In elk geval voor een frisse wind op de lange afstanden waar Nederland bij de mannen lijkt vastgeroest na het wegvallen van Patrick Roest. Die gaat overigens nog wel zijn geluk beproeven op de 1500 en 5000 meter, maar oogst bij voorbaat vooral medelijden.
De selectievolgorde voor het OKT ziet er als volgt uit:
