Mountainrunner Boot bedwong Amerikaanse Pikes Peak met 4300m hoogte
Jasper Boot (nummer 11): ‘Mountain running is jezelf pijn kunnen doen’.
Foto: collectie Jasper Boot
‘Mountainrunning is rennen in de bergen,’ zegt Jasper Boot met een kleine glimlach vanwege het voor de hand liggende antwoord. ‘Er zijn verschillende opties: uphill, downhill en de trail. Uphill is kortgezegd wie het eerste boven is, downhill gaat omhoog en naar beneden, de trial gaat over langere afstanden, vanaf 21 km. Mountain running is ook jezelf pijn kunnen doen. Je kunt het vergelijken met crosswedstrijden in vergelijking tot wegwedstrijden. Sommige mannen zijn ontzettend snel op de weg, maar kunnen minder goed crossen.’
Jasper Boot debuteerde in 2024 op het Europese kampioenschap in Annecy. ‘Op vrijdag liep ik daar de Uphill Mountain Race over een afstand van ongeveer 7km met 1000 hoogtemeters. Ik werd 53e in een veld van bijna zeventig atleten. Twee dagen later zou ik ook meedoen aan de Up & Down Mountain Race met een afstand van een 16km en 1000 meters hoogteverschil, omhoog en omlaag, maar ik werd ziek en kon niet starten.’
Monts
Bij mountain running wisselen de afstanden. Boot houdt zich vooral bezig met de afstanden die hij op het EK ook liep. Tot de wedstrijden behoren locaties als de Mont Ventoux, met 1000m hoogteverschil en een afstand van 16km. Ook op, bijvoorbeeld, de Mont Blanc worden wedstrijden georganiseerd.
‘Ik selecteer mijn wedstrijden en kijk daarbij naar de kalender van het WMRA, de World Mountain Running Association. Bij elke wedstrijd kun je punten verdienen. Jongens die in de loopgebieden wonen kunnen, bij wijze van spreken, elke week een wedstrijd lopen en zo veel punten verdienen. Die loopgebieden vind je onder meer in de Alpen, Frankrijk, Slovenië en buiten Europa. Een grote competitie in het mountainrunnen is de Golden Trail, met wedstrijden over de hele wereld, in Amerika, Mexico, China. Alleen niet in Afrika, terwijl er toch veel Kenianen aan de competitie meedoen. Ook in Afrika zou je goed wedstrijden kunnen organiseren, bijvoorbeeld in het Atlasgebergte, of op de Kilimanjaro.’
Boot begon met mountain running toen hij in 2019 op vakantie in Oostenrijk was. ‘We verbleven in de buurt van Kitzbühel en deden mee aan de Kitzbüheler Hornlauf. Ik genoot daar van het uitzicht, kende weinig verzuring en ik bleef een aantal Kenianen voor. Ik werd zesde. Maar ik had de smaak wel te pakken. Het coronatijdperk zorgde dat een vervolg een paar jaar uitbleef, maar in 2022 heb ik weer in Kitzbühel meegedaan. Ik liep daar toen met onder meer Philemon Ombogo Kiriago, nu een van de beste mountainrunners ter wereld. Ik zat toen maar een minuut achter hem. Ik deed aan meer wedstrijden mee en kwam tot goede prestaties. Dat zorgde er weer voor dat organisaties mij uitnodigden om te mee te doen, vaak met een gedeeltelijke onkostenvergoeding, zoals verblijf en lokaal vervoer. Ik hoefde alleen maar te zorgen dat ik op een vliegveld of station in de buurt was. Financieel was dat dus goed te doen. De vergoedingen en het prijzengeld variëren per wedstrijd. Zo was de organisatie bij de Mont Ventoux er vooral mee verguld dat ze zoveel internationale deelnemers hadden.’
‘En trots was ik op mijn prestatie in 2022, toen ik Manuel Innerhofen, de Oostenrijkse nationale kampioen in een wedstrijd versloeg. Hij kon immers elke dag daar trainen. Het meeste voldoening was dat het me is gelukt om in Amerika naar de Pikes Peak op 4300m hoogte te rennen. Overigens zorgden mijn resultaten er voor dat ik werd opgenomen in het Nederlands team, met deelname aan het EK als gevolg. Dit jaar heb ik minder wedstrijden gelopen. In Polen werd ik tweede tijdens een wedstrijd in het Tatragebergte en op de Mont Ventoux werd ik in een sterk deelnemersveld zevende.’
Eenzame Eik
‘Mijn trainingsgebied is de Utrechtse Heuvelrug. Het terrein rond de Eenzame Eik in het gebied tussen Amerongen en Elst leent zich uitstekend voor uphilltrainingen. De verzuring is daar goed te trainen. De downhilltraining is lastiger na te bootsen. We hebben in ons landschap weinig rotsblokken, die op een wedstrijdparcours vaak voorkomen. Een parcours over de weg vind ik wel het prettigste om te lopen. Bovendien is een parcours van een mountainrun moeilijk te verkennen, omdat je je energie nodig hebt voor de wedstrijd. Onderweg kom je dus regelmatig een verrassing tegen, zoals een rotspartij waar je overheen moet klimmen. Of een zandpad dat na een recente regenbui is veranderd in een modderpoel.’
‘Ik train zes keer per week en volg tweemaal per week een krachttraining. Dat combineer ik met een baan bij AFAS in Leusden, waar de vierdaagse werkweek is ingevoerd. Dat het bedrijf op vrijdag dicht is, is heel prettig voor mij en mijn wedstrijdplanning.’
Sneller
‘Overigens heb ik niet altijd aan atletiek gedaan. Ik heb tot mijn 21e jaar gevoetbald, heb selectieteams gehaald, maar mijn omgeving beweerde al dat ik harder liep zonder, dan met bal. Ik ben toen begonnen met hardlopen in dorpsloopjes. Ondertussen trainde ik onder leiding van Bram Wassenaar en groeide het aantal wedstrijden. Op mijn 25e liep ik mijn eerste mountainrun. Nu combineer ik wegwedstrijden met mountain running. Dat seizoen loopt van mei tot in oktober. Na oktober zijn de parcoursen vaak besneeuwd, dus dan loop ik op de weg. Inmiddels heb ik al een keer meegedaan aan de Marathon van Rotterdam. Daar liep ik 2.21-hoog, waarmee ik de vijftiende Nederlander was.’
‘Nu staat op zondag 19 oktober de Marathon van Amsterdam op het programma en daar hoop ik onder de 2,20 min. te lopen. Ondertussen doe ik mee aan een paar regionale wedstrijden. De Kwintelooijen Run in Rhenen is voor mij een trainingsloopje, evenals de Veenendaal City Run. De Singelloop in Utrecht vind ik wel uitdagend. Voor de tien kilometer mis ik de snelheid, ik ben meer een dieseltje, dat langzaam op gang komt. Zo heb ik vorig jaar de eerste editie van de 15km Valleyrun gewonnen.’
Veenendaal
Boot geeft aan veel zelf uit te moeten zoeken en organiseren. ‘Maar ik word ook ondersteund door Team Veenendaal, met voedingsadvies en de mogelijkheid om krachttraining bij La Vita te volgen. Als tegenprestatie moet ik beschikbaar zijn voor sportpromotie en natuurlijk blijven presteren. Ik geniet van het mountainrunnen, met de reizen en het lopen in de bergen. Maar alles achterlaten en emigreren naar een loopgebied, dat ziet het thuisfront ook niet zitten. Ze doet al zoveel voor me. Ook ben ik inmiddels 31 jaar en geen achttien meer. Fulltime leven van de sport kan ook niet. Bovendien is Veenendaal voor mij een ideaal sportgebied.’
